Iedereen lijkt het erover eens: Amerikaanse betrokkenheid bij conflicten in het Midden-Oosten is slecht nieuws. Meer onzekerheid, meer risico, geopolitieke instabiliteit. Maar wie naar de marktgeschiedenis kijkt ziet iets heel anders.

Markten reageren juist positief op Amerikaanse acties

Neem Operation Desert Storm begin jaren ‘90. Terwijl de wereld de adem inhield, veerde de S&P 500 scherp op zodra de operatie van start ging. Niet maanden later.

Hetzelfde beeld in 2003, toen de VS Irak binnenviel. Ondanks alle zorgen in de aanloop, reageerde de markt opnieuw met een forse stijging op het moment dat het besluit was genomen en de actie daadwerkelijk begon.

Wat verklaart dit patroon

• Markten haten onzekerheid. Een duidelijke Amerikaanse actie — hoe controversieel ook — creëert duidelijkheid.
• Amerika als ‘deal closer’. Of het nu militair of diplomatiek is: als de VS besluiten in te grijpen, ziet de markt dat vaak als het slotstuk van een escalatie.
• Marktpsychologie draait om vertrouwen. Ingrijpen, zelfs in een conflictgebied, geeft markten het gevoel dat iemand het stuur weer in handen neemt.

Variant perception: durf tegen de stroom in te denken

De dominante gedachte is vaak dat militaire escalatie slecht is voor aandelen. Maar de historische data vertellen een ander verhaal. Niet het conflict zelf, maar de actie die erop volgt — met name door een dominante speler als de VS — blijkt vaak het startpunt van een rally. Twee grote militaire acties in het Midden-Oosten. Twee momenten waarop de S&P 500 onmiddellijk opveerde.

Conclusie

De markten denken niet in morele termen, ze reageren op risico’s, resolutie en richting. Amerikaanse interventie lijkt op het eerste gezicht destabiliserend, maar geeft in werkelijkheid het signaal af dat het ergste achter de rug is. Soms is ‘de deal’ die de VS afdwingt precies wat beleggers willen zien: een duidelijke afloop.